Bevrijdingsverhaal Montfort
In de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog waren er felle gevechten in Montfort tussen de Duitse Fallschirmjäger en de Britten. Uiteindelijk moesten de Duitsers zich terugtrekken. Montfort bleef verwoest achter. Aan de hand van verhalen van ooggetuigen, verslagen uit archieven en andere publicaties beschreef Roy Pfennings de spannende dagen voor de bevrijding van Montfort.
Montfort bevrijd maar verwoest
Op 21 januari 1945 rond 17:00 uur trokken de Duitse Fallschirmjäger zich vanuit Sint-Joost terug op Montfort. Het Tweede Bataljon Fallschirmjäger moest opnieuw een verdediging organiseren in Montfort. De commandant, Majoor Arno Zander, vestigde zijn gevechtspost in de boerderij van Janssen aan de Linnerweg. In de kelder van de woning, bij zijn veldtelefoon, leidde hij zijn troepen. Die waren inmiddels aan het kruispunt Aandenberg in felle gevechten met Engelsen verwikkeld. Ordonnansen renden af en aan. Telefonisch en mondeling gaf de majoor zijn bevelen: Aandenberg, een vitaal punt in de Duitse verdediging van de Roerdriehoek, mocht onder geen voorwaarde in handen van de Tommies vallen.
Opgeblazen bruggen
Nadat de Duitsers in de avond van 21 januari 1945 Sint-Joost hadden verlaten, stuurden de Britten de volgende ochtend een verkenningspatrouille van de 8th Hussars richting Montfort. Na enig oponthoud door mijnen bereikten ze de Vlootbeek, waar bleek dat de brug over de beek door de Duitsers was opgeblazen. Even later werd gemeld dat de brug aan de Groensebos ook was opgeblazen. Omstreeks 16:30 uur op maandag 22 januari hadden de Britten een schaarbrug gereed over de Vlootbeek, nabij de huidige camping. Er reden tanks met de infanterie richting het kruispunt Aandenberg. De zuidelijke opmars via de Groense Bos stokte, omdat de oversteek van de beek onder Duits anti-tankvuur lag.
Infanteriën onder vuur
Het begon al te schemeren toen de tanks van de 5th Royal Inniskilling Dragoon Guards met de infanterie van de 1st Rifle Brigade het kruispunt bereikten. De infanterie werd meteen door de Duitse Fallschirmjäger onder vuur genomen en kon hierdoor de tanks niet voldoende meer beschermen. Van alle kanten werden de tanks onder vuur genomen. Elkaar dekking gevend met hun boordmitrailleurs en tankkanon rukten ze langzaam op. Even later werd de voorste tank getroffen door een Panzerfaust en vatte vlam. Vervolgens werd ook de tweede tank getroffen en beschadigd. Er was meer infanteriesteun nodig. Vanuit Echt werd een compagnie van de Queens naar het strijdtoneel gebracht. Er volgde in de avond nog een Duitse tegenaanval en in de vroege ochtend van 23 januari moest nog een tweede compagnie van de Queens in de strijd geworpen worden.
Veroveringa Aandenberg
In de ochtend van 23 januari was bij Aandenberg het kruispunt en het gebied ten westen van de Stationsweg in Britse handen. Aan de andere kant van de weg en in de bossen aan de Camerberg zaten de Duitsers nog in hun stellingen. Nu moest eerst het gebied ten noorden van Aandenberg veilig gesteld worden. De Rozendaalseheide en het bosgebied de Erks werd tot aan boerderij Maesen gezuiverd. Aan de Linnerweg en Waarderweg moest huis voor huis door de Britse infanterie worden veroverd. Nu konden ook de drie omgekomen bemanningsleden van de tank op kruispunt worden begraven onder een notenboom bij Simonis in de tuin.
Aftocht majoor Zander
Tegen zes uur ’s avonds kwam een ordonnans van de Duitse Fallschirmjäger met het bericht aan Majoor Zander dat de Tommies bij de varkensstallen van de boerderij waren. Een vloek waarna het bevel volgde alle papieren te verbranden en alle telefonische verbindingen te verbreken. Daarna verliet de Majoor met zijn officieren de kelder van de boerderij en trok zich terug richting Sint Odilienberg. Het Stützpunkt Montfort was opgeheven.
Ravage in het dorp
Op woensdagmorgen 24 januari maakten een patrouille van de Queens, die uit het noorden via de Dijk Montfort binnen waren gekomen en een patrouille van de Rifle Brigade, die vanuit het zuiden Montfort waren binnengekomen, in het dorp contact. Sherman vlegel tanks, die de mijnen in het wegdek tot detonatie brachten, trokken de Zandstraat binnen. Aangekomen in het centrum van het dorp was men getuige van een enorme ravage die de bombardementen op voorgaande dagen door Typhoon jachtbommenwerpers hadden aangericht. Men kon nu eindelijk beginnen met het bergen van de burgerslachtoffers die nog onder het puin lagen van de verwoeste huizen in het dorp.