Cara Moers: "Onze grijze bak zit nog maar half vol"
Cara Moers woont met haar man en twee dochters in Vlodrop. Een paar jaar geleden besloten zij beter te gaan scheiden. “Ik sta er echt van te kijken hoeveel ruimte we daarmee besparen in onze grijze container.”
Afval apart houden
“Toen we ons afval bewust gingen scheiden, schrok ik echt van de hoeveelheid plastic en oud papier die we weggooien. Bovendien hebben we een grote tuin, dus hebben we ook veel tuinafval. We proberen alles zo goed mogelijk apart te houden. We gaan hier wel nuchter mee om. Zo halen we verpakkingen die uit zowel plastic als papier bestaan, nog niet uit elkaar. We zouden dus nog een stapje verder kunnen gaan.”
Het is te doen
“We hebben een dubbele prullenbak in de keuken staan. Een kant is voor het restafval en de andere voor keukenafval. Maar ook afval van kamerplanten, zoals bladeren, gaat bij het gft. In de garage hebben we een rek met vier bakken staan. Voor elke soort afval een. We proberen alles netjes apart te houden. Ik kan mij voorstellen dat het lastig kan zijn om restafval terug te dringen als je bijvoorbeeld incontinentiemateriaal gebruikt. Maar voor ieder ander moet het te doen zijn.”
Samen verantwoordelijk
“Ik stoor mij ook enorm aan het zwerfafval in de natuur. Dit ligt soms minder dan een meter van de prullenbak af. Daar kan ik echt niet bij. Ik ben echt geen milieufreak, maar we zijn met zijn allen verantwoordelijk voor deze planeet. Dus laten we allemaal gewoon een beetje opletten en ons steentje bijdragen. Dat begint al met de jeugd. Het zou goed zijn als zij op school al leerden over afval scheiden.”
Daag jezelf uit
“Afval weggooien ging altijd op de automatische piloot. We waren er niet bewust mee bezig. Daardoor zat onze grijze container van 240 liter elke twee weken helemaal vol. Nu vinden we het normaal om alles te scheiden. Het duurt wel even voordat het in je systeem zit. De truc is om er continu op te blijven letten. Maar het is ons gelukt. Onze grijze bak zit meestal nog maar half vol. En ik weet zeker dat we door nóg beter te scheiden nauwelijks nog restafval over zullen hebben.”