Werken aan werk – Nederlanders houden van op tijd komen én duidelijkheid

Aangepast:

Hoe werkt werk? Daar gaat het over bij de Module Arbeidsmarktparticipatie. Oftewel: de MAP. Een verplicht onderdeel van de Inburgeringswet 2021. Statushouders Heba, Dana, Sally, Mirna, Dalil, Pierre, Ramiz, Hammam en Mohammed hebben afgelopen voorjaar acht dagdelen les gehad. Daarbij zat een gezamenlijk bezoek aan diverse bedrijven in de buurt. Ook moeten ze nog een stage van 40 uur doen. Tijdens de laatste bijeenkomst doet iedereen een ‘elevator pitch’. De opdracht: vertel kort iets over jezelf, net als bij een sollicitatiegesprek. 

Cultuurverschil

De MAP behandelt ‘werken in Nederland’ op de meest brede manier. De nadruk ligt op het verschil in cultuur tussen die van de statushouders, die vaak uit Noord-Afrika of het Midden-Oosten komen, en de Nederlandse. Want zonder kennis van wat Nederlanders normaal vinden, is een baan vinden én houden voor een statushouder lastig. Zelfs als die er met de beste bedoelingen aan begint. Ook gaat het over wat je als statushouder mag verwachten als je in Nederland aan de slag wilt. Want een diploma uit het thuisland is in Nederland meestal niet bruikbaar. En de maatschappij zit anders in elkaar dan de Noord-Afrikaanse of Midden-Oosterse.  

Herhaling

De laatste bijeenkomst van de MAP begint met het herhalen van de inhoud van de cursus. Dat doen Elvera Verberkt van de gemeente Roerdalen en Boghos Tekeyan van Vluchteling aan Zet. Ook Diana Dirks van het Werkgevers Service Punt sluit aan. Zij begeleidt statushouders bij het zoeken naar geschikte vacatures en het solliciteren. Boghos vertelt zijn verhaal afwisselend in het Arabisch en het Nederlands. Want veel deelnemers spreken nog niet genoeg Nederlands om de uitleg goed te kunnen begrijpen. Iedereen volgt nog Nederlandse les, ook dat is verplicht bij het inburgeren. Dana uit Syrië vertaalt zachtjes de uitleg in het Engels voor haar buurman Pierre uit Gambia. Want hij spreekt geen Arabisch.

Nee zeggen mag

“Weten jullie nog wat heel belangrijk is?” vraagt Boghos aan de groep. Dat weet iedereen wel: op tijd komen. Want Nederlanders vinden het vervelend als je te laat op je werk komt. “Als je om negen uur moet beginnen, zorg je dat je er om tien voor negen bent,” vult Elvera aan. Daarna herhaalt ze nog een keer dat Nederlanders van duidelijkheid houden. En dat nee zeggen hier, in tegenstelling tot in veel van de thuislanden van de statushouders, niet onbeleefd is. “Als iemand je iets uitlegt, en vraagt of je het snapt, dan mag je gewoon nee zeggen,” verduidelijkt Boghos. “Of sterker nog: dat móét!” Ook vertelt hij dat het goed is om een netwerk te hebben. En dat een sollicitatie bij de juiste persoon terecht moet komen. 

Collega’s

Ook gaat het over het omgaan met collega’s. “Ben je klaar met je werk? Neem dan initiatief en vraag of je iemand anders kunt helpen,” zegt Boghos. “Bij de meeste bedrijven is altijd wel iets te doen. Ben bescheiden als je ergens nog niet zo lang werkt. En praat tijdens de lunch met je collega’s, ga niet met je telefoon in een hoekje zitten.” Elvera vult aan: “Een collega is iets anders dan een vriend. In Nederland geven vrienden elkaar drie kussen of een knuffel als ze elkaar zien. Met collega’s doe je dat niet.” Voor iemand die in Nederland is opgegroeid is dit allemaal erg vanzelfsprekend. Maar voor wie uit een andere cultuur komt is het nieuw en veel. En onwennig. 

Werkervaring

De groep deelnemers aan de MAP is gevarieerd. Mirna is met haar 19 jaar de jongste, de oudsten zijn rond de veertig. Ook de ambities en opleidingsniveaus lopen uiteen. De meeste deelnemers vinden het spannend om zichzelf voor te stellen in het Nederlands, maar Dana springt meteen op als het rondje ’pitchen’ begint. Ze is goed voorbereid en vertelt in het Nederlands wie ze is en wat ze wil: vertaler worden. Ook Heba lijkt er geen moeite mee te hebben haar verhaal te vertellen. Ze geeft Diana, die voor werknemer speelt, vrolijk een hand en vertelt dat ze een baan in de kinderopvang wil. Sally wil ook graag met kinderen werken. Ze gaf in Syrië les bij een zondagsschool van de Koptische kerk. Mirna wil als zelfstandige werken, net als haar broer. En Pierre, die in Gambia profvoetballer was, heeft zich na problemen met zijn knie omgeschoold tot loodgieter. Iedereen heeft zijn of haar dromen voor de toekomst. En met het afronden van de MAP zijn die een beetje dichterbij gekomen. 

Roerdalen zijn we samen

In Roerdalen komen regelmatig nieuwe mensen wonen. Vaak hebben ze bewust voor Roerdalen gekozen. Maar soms zijn ze hier toevallig beland, omdat het leven nu eenmaal zo liep. Denk bijvoorbeeld aan statushouders of vluchtelingen. Over hen gaat deze serie interviews. Mensen met hun eigen verhalen, wensen, dromen en talenten. Die een nieuw leven willen opbouwen en er gewoon het beste van maken. Ook laten we mensen aan het woord die deze nieuwe inwoners helpen hun draai te vinden. Andere interviews uit deze serie leest u op deze website bij Blogs